inventaris

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ven·ta·ris
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘boedelbeschrijving’ voor het eerst aangetroffen in 1450 [1]
  • afgeleid van het Latijnse inventariare met het achtervoegsel -aris [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord inventaris inventarissen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

inventaris m [3]

  1. het totaal aan ergens aanwezige voorwerpen en goederen
  2. boedelbeschrijving, lijst van ergens aanwezige voorwerpen en goederen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inventaris staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.