inslecht
Nederlands
Woordafbreking
- in·slecht
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van slecht (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | |
---|---|
onverbogen | inslecht |
verbogen | inslechte |
partitief | inslechts |
Bijvoeglijk naamwoord
inslecht
- heel verwerpelijk, zeer minderwaardig
- Deze laatste vertaling is al eerder met ‘inslecht en foeilelijk’ bestempeld, voornamelijk vanwege de plechtstatigheid die in strijd zou zijn met de ongekunsteldheid, het ‘gewone’ van het origineel. [1]
Opmerkingen
Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en inslecht.
Gangbaarheid
- Het woord inslecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'inslecht' herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Watering, C.W. van de "Een stukje traditie bij Claus" in: Merlyn. jrg. 2 nr. 4 (mei 1963) Polak & Van Gennep, Amsterdam; p. 68;geraadpleegd 2015-07-24
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.