inregenen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·re·ge·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inregenen
regende in
ingeregend
zwak -d volledig

Werkwoord

inregenen [1]

  1. onpersoonlijk door lekkage bij regen nat worden
    • Het had wat ingeregend bij de luifel van de tent, maar de schade veel mee. 

Gangbaarheid

  • Het woord inregenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.