inlossen
Nederlands
Woordafbreking
- in·los·sen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in en lossen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inlossen |
loste in |
ingelost |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
inlossen [1]
- overgankelijk door betaling van een schuld iets weer in zijn bezit krijgen
- overgankelijk gestand doen
- hij had zijn belofte ingelost
Afgeleide begrippen
- inlosbaar, inlosser, inlossing
Gangbaarheid
- Het woord inlossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'inlossen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.