inlopen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inlopen
liep in
ingelopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

inlopen

  1. ergatief een ruimte betreden
    • Zij waren de verkeerde kamer ingelopen. 
  1. ergatief een afstand goedmaken
    • Ze waren bijna een volle ronde ingelopen op de koploper. 

Gangbaarheid

  • Het woord inlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.