inlaten
Nederlands
Woordafbreking
- in·la·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in bw en laten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inlaten |
liet in |
ingelaten |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
inlaten
- wederkerend zich ~ met bemoeienis hebben met iets of iemand
- Hij liet zich daar niet mee in.
- overgankelijk iemand verwelkomen bij de deur
- Wil jij onze gasten even inlaten?
- overgankelijk toegang verschaffen aan iets
- Er werd water van het IJsselmeer ingelaten.
Gangbaarheid
- Het woord inlaten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'inlaten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.