informatisering
Nederlands
Woordafbreking
- in·for·ma·ti·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van informatiseren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | informatisering | informatiseringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
informatisering v
- het invoeren van gegevensverwerkende technieken in bepaalde processen
- Informatisering zorgt voor een revolutie in het politiewerk. Het wordt tijd voor strategieën waarbij burgers en bedrijven een deel van het politiewerk overnemen. Nieuwe samenwerking is nodig om het handhavingstekort aan te vullen, schrijft Piet van Reenen, in de Politiecolumn.[1]
- Maar we zijn er nog niet. Het lijkt er namelijk sterk op dat de werkgelegenheid in de toekomst structureel zal afnemen. Op het gebied van automatisering, digitalisering/informatisering en robotisering is immers veel gaande. Bankzaken doet bijna iedereen tegenwoordig zelfstandig online, en in havengebieden en sommige fabrieken worden mensenarmen langzaamaan door robotarmen vervangen. De Nederlandse economie heeft na een jarenlange dip weer dezelfde productieomvang als in 2008, maar met 200.000 voltijd arbeidsplaatsen minder. Het risico op toenemende structurele 'technologische' werkloosheid is reëel, omdat bovengenoemde automatiseringsprocessen de effecten van vergrijzing lijken te overstijgen.[2]
Verwante begrippen
- automatisering, digitalisering, robotisering
Hyponiemen
- keteninformatisering
Afgeleide begrippen
- informatiseringsbank
Vertalingen
1. het invoeren van gegevensverwerkende technieken in bepaalde processen
Gangbaarheid
- Het woord informatisering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- NRC Piet van Reenen 28 oktober 2016
- Volkskrant Stephan Huijboom filosoof 15 mei 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.