infodag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  infodag    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪɱfoˌdɑx/
Woordafbreking
  • in·fo·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord infodag infodagen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

infodag m

  1. grote voorlichtingsbijeenkomst met meerdere onderdelen binnen één etmaal
    • De werklozen belangenvereniging Rotterdam wil een infodag houden met iedereen die bezig is op het gebied van de werkloosheid. Op de infodag kunnen de verschillende opvattingen en werkwijzen bij elkaar gelegd worden. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord infodag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.