infanterie
Nederlands
Woordafbreking
- in·fan·te·rie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wapen van de landmacht te voet’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1588 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | infanterie | infanterieën |
verkleinwoord | - |
Zelfstandig naamwoord
infanterie v
- (militair) de soldaten die te voet vechten
- De infanterie werd ondersteund door de cavalerie.
Gangbaarheid
- Het woord infanterie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'infanterie' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.