independence
![]() |
Engels
Woordafbreking
- in·de·pen·dence
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Franse zelfstandige naamwoord indépendance
- Afleiding van het Engelse bijvoeglijke naamwoord independent met het voorvoegsel in- en met het achtervoegsel -ence
enkelvoud | meervoud |
---|---|
independence | independences |
Zelfstandig naamwoord
independence
- zelfstandigheid
- (politiek) onafhankelijkheid
- (geschiedenis) de succesvolle beëindiging van de Amerikaanse Revolutie
Verwante begrippen
- [3]: Independence Day
- [3]: Independence Hall
- [3]: independency
- [3]: independent
- [3]: independently
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.