incoherent

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  incoherent    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˌɪŋko(h)ɪˈrɛnt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˌɪŋkoheˈrɛnt/
    • (Limburg): /ˌɪnkoheˈrɛnt/
Woordafbreking
  • in·co·he·rent
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onsamenhangend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen incoherentincoherenterincoherentst
verbogen incoherenteincoherentereincoherentste
partitief incoherentsincoherenters-

Bijvoeglijk naamwoord

incoherent

  1. geen samenhangend geheel vormen
    • Dit zijn volledig incoherente samenvattingen. 
Synoniemen
Vertalingen

Bijwoord

incoherent

  1. op een niet samenhangende manier
    • Licht incoherent praten komt vaker voor en het vormt geen specifiek symptoom.. Men kan pas van een symptoom praten wanneer gesprekken ernstig verstoord worden.[2] 
Synoniemen

Verwijzingen

Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord incoherent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.