incarnatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·car·na·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vleeswording’ voor het eerst aangetroffen in 1252 [1]
  • Naamwoord van handeling van incarneren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord incarnatie incarnaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

incarnatie v [3]

  1. (religie) het incarneren, de vleeswording, de gebeurtenis dat God mens werd in Jezus Christus
  2. belichaming, verpersoonlijking
    • hij is de incarnatie van het kwaad 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord incarnatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.