illustreren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • il·lus·tre·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘met afbeeldingen voorzien, toelichten’ voor het eerst aangetroffen in 1548 [1]
  • afgeleid van het Franse illustrer (verlichten) (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
illustreren
illustreerde
geïllustreerd
zwak -d volledig

Werkwoord

illustreren overgankelijk

  1. van afbeeldingen voorzien
  2. toelichten met voorbeelden
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord illustreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.