ijzelen
Nederlands
Woordafbreking
- ij·ze·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ijzelen |
ijzelde |
geijzeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ijzelen
- onpersoonlijk (meteorologie) het vallen van onderkoelde regen die eenmaal in aanraking met de grond bevriest
- Het ijzelde zo erg dat vele bomen onder het wicht van het ijs bezweken.
Gangbaarheid
- Het woord ijzelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ijzelen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.