ijstijd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijs·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijstijd ijstijden
verkleinwoord ijstijdje ijstijdjes

Zelfstandig naamwoord

ijstijd m

  1. een tijdperk waarin de gemiddelde temperatuur lager dan normaal is en uitgestrekte gebieden onder ijs bedolven zijn
    • De laatste ijstijd kwam zo'n twaalfduizend jaar geleden ten einde. 

Gangbaarheid

  • Het woord ijstijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.