iezegrim

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ie·ze·grim
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘brompot’ voor het eerst aangetroffen in 1401 [1]
  • Naar een van de hoofdpersonages uit het 12e-eeuwse dierdicht Ysengrimus, die tevens voorkomt in Van den vos Reynaerde [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord iezegrim iezegrims
iezegrimmen
verkleinwoord iezegrimmetje iezegrimmetjes

Zelfstandig naamwoord

iezegrim m

  1. iemand die neigt tot mopperen
    • Wat een iezegrim is dat, zeg! 
Synoniemen
Schrijfwijzen
  • izegrim
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord iezegrim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
36 %van de Nederlanders;
18 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.