identiek
Nederlands
Woordafbreking
- iden·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gelijk(waardig)’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | identiek | identieker | identiekst |
verbogen | identieke | identiekere | identiekste |
partitief | identieks | identiekers | - |
Vertalingen
1. volledig hetzelfde, van dezelfde oorsprong
Gangbaarheid
- Het woord identiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'identiek' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.