iconoclast

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • ico·no·clast
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘beeldenstormer’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord iconoclast iconoclasten
verkleinwoord iconoclastje iconoclastjes

Zelfstandig naamwoord

iconoclast m [3]

  1. (kunst) (religie) beoefenaar van het iconoclasme, beeldenstormer
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid
  • Het woord iconoclast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen
  1. "iconoclast" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. iconoclast op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.