hvit

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʋiːt/
Woordafbreking
  • hvit
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord hvítr.

Bijvoeglijk naamwoord

hvit

  1. (kleur) wit
  1. «En dyrepasser ble revet i hjel av en hvit tiger i en dyrepark på New Zealand.»
    Er werd een dierenverzorger gedood door een witte tijger in een dierentuin in Nieuw-Zeeland.
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud hvit hvitere hvitest
o enkelvoud hvitt
meervoud hvite
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
hvite hvitere hviteste
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.