huurwet
Nederlands
Woordafbreking
- huur·wet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huur zn en wet zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huurwet | huurwetten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
huurwet v/m
- een wet die huur en verhuur van woningen regelt
- Aanvankelijk verzette zij zich. Ze deed een beroep op bescherming van de huurwet en schreef een emotionele brief. Uiteindelijk ging ze akkoord met een schikking. Ze legt zich erbij neer dat ze uiterlijk 31 augustus zal verkassen, meldde advocaat Sebastiaan Masselink namens de zussen.[1]
- Er is nieuwe hoop voor middeninkomens op de woningmarkt. De huurwet die huishoudens met modale inkomens de toegang tot een sociale huurwoning ontzegt, staat binnen een jaar alweer op losse schroeven. Dit heeft donderdag geleid tot een kribbig debat in de Tweede Kamer.[2]
Gangbaarheid
- Het woord huurwet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'huurwet' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia Bert Janssen 22-MEI-2017,
- Volkskrant TJERK GUALTÉRIE VAN WEEZEL 11 november 2011,
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.