huiverig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hui·ve·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van huiveren met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen huiverighuiverigerhuiverigst
verbogen huiverigehuiverigerehuiverigste
partitief huiverigshuiverigers-

Bijvoeglijk naamwoord

huiverig

  1. angstig, bang, aarzelend, voorzichtig
    • Hij was heel huiverig om al zijn geld in het bedrijf van zijn broer te stoppen. 
Afgeleide begrippen
  • huiverigheid

Gangbaarheid

  • Het woord huiverig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.