huisvesten
Nederlands
Woordafbreking
- huis·ves·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
huisvesten |
huisvestte |
gehuisvest |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
huisvesten
- overgankelijk een vaste woonplaats geven
- Hij werd gehuisvest in een van de buitenwijken van de stad.
Gangbaarheid
- Het woord huisvesten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'huisvesten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.