houd voor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  houd voor    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɑut ˈvor/
Woordafbreking
  • houd voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorhouden

houd (…) voor

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorhouden
    • Ik houd voor. 
  2. gebiedende wijs van voorhouden
    • Houd voor! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorhouden
    • Houd je voor? 

Gangbaarheid

  • Het woord houd voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.