hoofdrekenen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·re·ke·nen
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van het zelfstandig naamwoord hoofd en rekenen.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hoofdrekenen
-
-
onvolledig

Werkwoord

hoofdrekenen

  1. inergatief een rekensom uit je hoofd maken, zonder hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een rekenmachientje
    • Het casino heeft moeite om personeel te vinden dat nog kan hoofdrekenen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoofdrekenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.