hoofde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoofde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhofdə/
Woordafbreking
  • hoof·de

Zelfstandig naamwoord

hoofde

  1. datief van hoofd
    • Uit hoofde van zijn positie. (Gebruikmakend van de rechten en verantwoordelijkheden die zijn positie hem geeft.)  

Werkwoord

vervoeging van
hoven

hoofde

  1. enkelvoud verleden tijd van hoven
    • Ik hoofde. 
    • Jij hoofde. 
    • Hij, zij, het hoofde. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'hoofde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.