hivvirus
Nederlands
![](../I/m/Human_Immunodeficency_Virus_-_stylized_rendering.jpg)
een tekening van het hivvirus
Woordafbreking
- hiv·vi·rus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hiv en virus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hivvirus | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
hivvirus o
- Het aantal baby’s dat het hivvirus oploopt via de moeder is sinds 2005 drastisch afgenomen. Dat heeft Unicef vandaag bekendgemaakt. Het aantal geïnfecteerde baby’s werd in acht jaar tijd ruim gehalveerd: in 2005 raakten 540 duizend kinderen besmet met hiv, vorig jaar waren dat er 260 duizend. De Verenigde Naties maken zich wel zorgen over de stijging onder tieners van hiv-infecties en sterfgevallen als gevolg van aids.[1]
- De Amerikaanse regering trekt meer geld uit voor onderzoek naar het hivvirus. President Barack Obama maakte gisteren bekend dat de Verenigde Staten 100 miljoen dollar vrijmaken voor onderzoek naar behandeling van hiv en aids.[2]
Gangbaarheid
- Het woord hivvirus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- NRC Anouk van Kampen 29 november 2013
- Volkskrant
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.