hifi

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hiĀ·fi
Woordherkomst en -opbouw
  • initiaalwoord van het Engelse high fidelity (grote getrouwheid)
enkelvoud meervoud
naamwoord hifi -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hifi v / m

  1. (initiaalwoord) (afkorting) hifi-installatie
stellend
onverbogen hifi
verbogen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

hifi [1]

  1. de geluidsklanken natuurgetrouw weergevend
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord hifi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.