hetze

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • het·ze
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘lastercampagne’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1919 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hetze hetzes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetze v

  1. systematisch opgezet gestook
    • Er werd een enorme hetze opgezet tegen de politicus in verband met een triviale verspreking. 
Synoniemen
  1. lastercampagne, heksenjacht, ophitsing

Gangbaarheid

  • Het woord hetze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.