hergebruik

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • herĀ·geĀ·bruik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hergebruik -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hergebruik o [1]

  1. het opnieuw gebruiken,de recycling
Hyponiemen
  • materiaalhergebruik
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
hergebruiken

hergebruik

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hergebruiken
    • Ik hergebruik. 
  2. gebiedende wijs van hergebruiken
    • Hergebruik! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hergebruiken
    • Hergebruik je? 

Gangbaarheid

  • Het woord hergebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.