hendel
Nederlands
Woordafbreking
- hen·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hendel | hendels |
verkleinwoord | hendeltje | hendeltjes |
Zelfstandig naamwoord
hendel m / o [3]
- (techniek) beweegbaar handvat waarmee een apparaat wordt bediend
- vast gemonteerde handgreep
Gangbaarheid
- Het woord hendel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hendel' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.