hater

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van haten met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord hater haters
verkleinwoord hatertje hatertjes

Zelfstandig naamwoord

hater m [1]

  1. (mannelijk) iemand die haat
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord hater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.