hang los
Nederlands
Woordafbreking
- hang los
Werkwoord
vervoeging van |
---|
loshangen |
hang los
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loshangen
- Ik hang los.
- gebiedende wijs van loshangen
- Hang los!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loshangen
- Hang je los?
Gangbaarheid
- Het woord hang los staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.