handlanger

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·lan·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘die een ander bijstaat bij verboden handelingen’ voor het eerst aangetroffen in 1787 [1]
  • Samenstellende afleiding van hand en de stam van langen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord handlanger handlangers
verkleinwoord handlangertje handlangertjes

Zelfstandig naamwoord

handlanger m

  1. iemand die een ander persoon helpt bij kwade praktijken
    • Ik zou als ik jou was maar bekennen dat jij het was, want je handlanger praat honderduit over de misdaad. 

Gangbaarheid

  • Het woord handlanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.