halfgek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  halfgek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌhɑləfˈxɛk/
Woordafbreking
  • half·gek
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen halfgek
verbogen halfgekke
partitief halfgeks

Bijvoeglijk naamwoord

halfgek [1]

  1. een beetje vreemd, maar vaak wel op een leuke manier
    • Crowe, zo genoemd naar een kraai die voor zijn voeten neervalt, wordt daar opgevoed door zijn halfgekke grootvader, een reus van een man die rotsvast gelooft in zijn eigen onsterfelijkheid. [2] 
    • Erg mooi zijn de halfgekke observaties van Wally: "God vond de platenspeler en het orgel uit. Daarna pas de mens. Opdat er iemand kan genieten van de muziek." [3] 
    • Katherine wisselt het verslag van haar speurwerk af met aantekeningen over de geschiedenis van de Three Brethren (met een vaak fataal verloop voor de bezitters), die ook "de geschiedenis van haarzelf" is. Maar daarnaast vinden we in hoofdstuk twee opeens het in de derde persoon vertelde relaas van twee joodse broers in het negentiende eeuwse [sic!] Bagdad, broers die berooid en halfgek vanuit Engeland zijn teruggekeerd naar huis, en nu terugblikken op hun leven. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord halfgek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.