halacha

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  halacha    (hulp, bestand)
  • IPA: /halɑˈxa/
Woordafbreking
  • ha·la·cha
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halacha halachot
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

halacha v/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) het normatieve, voorschrijvende deel van de mondelinge Tora
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) één onderdeel uit dit normatieve deel
  3. (Jiddisch-Hebreeuws) de hiermee verband houdende jurisprudentie
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord halacha staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
7 %van de Nederlanders;
8 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.