haf
Nederlands
Woordafbreking
- haf
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘strandmeer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1670 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haf | haffen |
verkleinwoord |
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord haf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'haf' herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.