had beet
Nederlands
Woordafbreking
- had beet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beethebben |
had beet
- enkelvoud verleden tijd van beethebben
- Ik had beet.
- Jij had beet.
- Hij, zij, het had beet.
- Ik had beet.
Gangbaarheid
- Het woord had beet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.