habbekrats

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hab·be·krats
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘kleinigheid, klein bedrag’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
  • Ontleend aan Jiddisch 'habbekratz' (kleinigheid) [2][3][4]
enkelvoud meervoud
naamwoord habbekrats habbekratsen
verkleinwoord habbekratsje habbekratsjes

Zelfstandig naamwoord

habbekrats v/m

  1. een onbeduidend bedrag, een veel te lage prijs
    • Dat is voor een habbekrats verkwanseld. 
  1. (Jiddisch-Hebreeuws) kleinigheid (meestal gezegd van geld)

Gangbaarheid

  • Het woord habbekrats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.