gymnasium
Nederlands
Woordafbreking
- gym·na·si·um
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘instelling voor middelbaar onderwijs’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1876 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gymnasium | gymnasiums gymnasia |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
gymnasium o
- (onderwijs) een vorm van secundair onderwijs dat zich toelegt op het leren van de klassieke talen
- De talen Grieks en Latijn zijn verplicht op het gymnasium.
Gangbaarheid
- Het woord gymnasium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gymnasium' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Engels
Zelfstandig naamwoord
gymnasium
- sportgelegenheid, plaats waar men aan fitness kan doen.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.