gun

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gun    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gun

Werkwoord

vervoeging van
gunnen

gun

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gunnen
    • Ik gun. 
  2. gebiedende wijs van gunnen
    • Gun! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gunnen
    • Gun je? 

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
gun guns

Zelfstandig naamwoord

gun

  1. geweer, pistool, vuurwapen

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

gun m

  1. (spreektaal) pistool, revolver
  1. «T’es trop jeune mon gars, pose ton gun
    Je bent te jong beste kerel, leg je pistool neer. [1]

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.