guano
Nederlands
Woordafbreking
- gua·no
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Spaans of Quechua, in de betekenis van ‘mest van zeevogels’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | guano | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
guano m [3]
- gedroogde mest van zeevogels, die op onbewoonde eilanden en klippen in de loop der eeuwen is opgehoopt
Gangbaarheid
- Het woord guano staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'guano' herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.