guano

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gua·no
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Spaans of Quechua, in de betekenis van ‘mest van zeevogels’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord guano -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

guano m [3]

  1. gedroogde mest van zeevogels, die op onbewoonde eilanden en klippen in de loop der eeuwen is opgehoopt
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord guano staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
50 %van de Nederlanders;
50 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.