grootsheid
Nederlands
Woordafbreking
- groots·heid
Zelfstandig naamwoord
grootsheid [1]
- verheven boven de rest van de wereld
- De deftigheid en de grootsheid van de Oranjes is door de eeuwen heen een stralend voorbeeld geweest voor de Nederlandse adel.
- van een hoge morele standaard
- Het getuigde van grootsheid dat hij applaudisseerde voor zijn tegenstander die zo'n mooie overwinning had behaald.
Gangbaarheid
- Het woord grootsheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'grootsheid' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.