grootsheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groots·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grootsheid grootsheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

grootsheid [1]

  1. verheven boven de rest van de wereld
    • De deftigheid en de grootsheid van de Oranjes is door de eeuwen heen een stralend voorbeeld geweest voor de Nederlandse adel. 
  1. van een hoge morele standaard
    • Het getuigde van grootsheid dat hij applaudisseerde voor zijn tegenstander die zo'n mooie overwinning had behaald. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord grootsheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.