grime
Nederlands
![](../I/m/Kind_met_Schmink.jpg)
kind met [2] grime
Woordafbreking
- gri·me
Zelfstandig naamwoord
grime v/m [2]
- (muziek) een subgenre van jungle en UK garage. Deze muziekstroming is tussen 2002 en 2004 populair geworden
- Zo’n ouderwetse voddenboer heeft hij nooit in werkelijkheid langs de huizen zien gaan, zegt Graham over zijn eenvoudige maar niet armoedige jeugd. „We noemden ons Rags‘n’Bonez omdat we van alles bij elkaar scharrelden. Rap, dubstep, grime en soul. Mensen begonnen mij Rags te noemen. Van het een kwam het ander.”[3]
- schmink of make-up dat mensen (laten) aanbrengen op hun gelaat bij feesten, toneelstukken en verkleedpartijen
- Leerlingen van verschillende ROC’s in Amsterdam helpen mee als beveiliger of bij de grime. [4]
Gangbaarheid
- Het woord grime staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'grime' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- grime op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Jan Vollaard 1 juni 2017
- 14 november 2016 NRC
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.