grijzig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grijĀ·zig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van grijs met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen grijziggrijzigergrijzigst
verbogen grijzigegrijzigeregrijzigste
partitief grijzigsgrijzigers-

Bijvoeglijk naamwoord

grijzig

  1. iets dat een beetje grijs is
    • De oude man met het grijzige haar liep kromgebogen achter zijn rollator.  
    • De volgende morgen staarde ons een groot eenpersoonsmatras treurig aan. Het leunde op zijn kant tegen een lantaarnpaal. Op het eerste gezicht zag het er nog gaaf uit, geen scheuren of uitpuilende ingewanden. Wel had de naar ons gerichte kant een gore, grijzige kleur met hier en daar zwarte vegen.[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord grijzig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC Frits Abrahams 8 juni 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.