gravering
Nederlands
Woordafbreking
- gra·ve·ring
Zelfstandig naamwoord
gravering v [1]
- afbeelding die met een scherp voorwerp in iets gesneden is
- Wijkagente Hannie Jansen deed op donderdagmiddag een bijzondere vondst: een gegraveerde gouden ring. De ring is gevonden in het centrum van Denekamp. Binnenin staat de gravering "Gerda 22-2-1974". [2]
- De ring heeft „een gangbare diameter voor een dikke mannenvinger”, aldus Overdiep. „Aan de buitenzijde van de ring zijn verbonden vormen gesneden; aan de binnenzijde van de ring staat in een gravering in handschrift-stijl de naam van Simon Episcopius en van zijn vrouw Maria Pesser en een datum in het jaar 1630.” [3]
Gangbaarheid
- Het woord gravering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gravering' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 05-01-17 Gouden ring gevonden in Denekamp: wie is Gerda?
- Reformatorisch Dagblad 31-07-2013 400 jaar oude ring theoloog Episcopius gestolen; remonstranten loven tipgeld uit
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.