godverdomme
Nederlands
Woordafbreking
- god·ver·dom·me
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tussenwerpsel: vloek’ voor het eerst aangetroffen in 1874 [1]
- Waarschijnlijk een lichte vervorming van God verdoeme mij: moge God mij (tot de hel) verdoemen, dus een vloek door de spreker over zichzelf uitgeroepen. Volgens een alternatieve verklaring betreft het geen zelfverwensing en komt dit simpelweg van God verdoeme, waar bijvoorbeeld u bij moet worden gedacht.[2]
Tussenwerpsel
godverdomme
- (krachtterm) een grove vloek die boosheid of sterke verontwaardiging uitdrukt
- Wel godverdomme! Doe je wel even normaal alsjeblieft?
Vertalingen
1. een grove vloek die boosheid of sterke verontwaardiging uitdrukt
Gangbaarheid
- Het woord godverdomme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'godverdomme' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.