godgeklaagd
Nederlands
Woordafbreking
- god·ge·klaagd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van god en geklaagd
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | godgeklaagd | godgeklaagder | godgeklaagdst |
verbogen | godgeklaagde | godgeklaagdere | godgeklaagdste |
partitief | godgeklaagds | godgeklaagders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
godgeklaagd [1]
- (intensief) heel erg slecht
- „Mijn vader had er wel mee te maken. Die was in Suriname hoofdinspecteur van politie, hoofd van de recherche. Toen wij naar Nederland kwamen, wilde de politie hem niet hebben. Mijn vader zag er wit uit maar had een zwaar Surinaams accent. Zijn mede-agenten zouden hem het leven zuur maken, zeiden ze. Dus kon hij als jongste bediende op het hoofdkantoor van het GAK in Amsterdam post rondbrengen. Het was godgeklaagd. Hij ging rechten studeren aan de UvA. Toen ik negen was, werd hij in Nijmegen adjunct-directeur van het GAK.”[2]
- Twee fundamentele opmerkingen tot slot. De eerste: de meeste gelovigen in Nederland zijn niet homofoob of fundamentalistisch. De auteurs suggereren dat religie per definitie conservatief is en geen motor van humaniteit en vernieuwing zou kunnen zijn. Ten tweede verbaas ik me dat de auteurs zich over deze sterk symbolische kwesties druk maken terwijl een keihard regeringsbeleid kwetsbare mensen alle kansen uit handen slaat, denk aan de bezuinigingen op de GGZ. Als iets godgeklaagd is, dan is dat het toch wel?[3]
Gangbaarheid
- Het woord godgeklaagd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Maarten Huygen 11 november 2016
- Volkskrant Theo Brand 25 juli 2011
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.