globaliseren
Nederlands
Woordafbreking
- glo·ba·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
globaliseren |
globaliseerde |
geglobaliseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
globaliseren [2]
- overgankelijk veralgemeniseren, generaliseren
- overgankelijk uitbreiden over de hele wereld, mondialiseren
- overgankelijk integreren
Gangbaarheid
- Het woord globaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'globaliseren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.