globaliseren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • glo·ba·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
globaliseren
globaliseerde
geglobaliseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

globaliseren [2]

  1. overgankelijk veralgemeniseren, generaliseren
  2. overgankelijk uitbreiden over de hele wereld, mondialiseren
  3. overgankelijk integreren
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord globaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.