ging uiteen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ging uit·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uiteengaan

ging uiteen

  1. enkelvoud verleden tijd van uiteengaan
    • Ik ging uiteen. 
    • Jij ging uiteen. 
    • Hij, zij, het ging uiteen. 

Gangbaarheid

  • Het woord ging uiteen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.