gezoem
Nederlands
Woordafbreking
- ge·zoem
Zelfstandig naamwoord
gezoem o [1]
- het voortdurend een zoemend geluid voortbrengen
- De Whirlwind kon voor die tijd geavanceerde berekeningen maken en de koers van raketten simuleren. In een video uit de jaren vijftig is te zien hoe Forrester een hooggeplaatste militair te woord staat die wil weten hoeveel brandstof er nodig is om een raket ergens te laten neerkomen. De Whirlwind maakt een hels kabaal, Forrester kan zich maar nauwelijks verstaanbaar maken door het gezoem van de buizen, en projecteert dan met wat magische lampjes de uitkomst van de berekening. [2]
- Wij hoorden duidelijk het gezoem van de bijen in de korf.
Gangbaarheid
- Het woord gezoem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gezoem' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.